Een tuin als buurthuis

In gesprek met Hein van den Hurk, directeur van Het Werkt en initiatiefnemer van de StadsTuinderij/GroeiTuin013.

“In 2013 begon het idee te borrelen om een plek te creëren waar mensen met verschillende achtergronden bij elkaar kunnen komen. Dus niet alleen maar dagbesteding en re-integratie, maar juist een plek waar een dwarsdoorsnede van de Tilburgse samenleving terecht kon. Laag- en hoogopgeleid, jong en oud, allochtoon en autochtoon. Toen ontstond het idee voor een collectieve tuin. Een dynamische, creatieve omgeving waar iedereen welkom is. Voor mij was het ook belangrijk dat die plek niet ergens achteraf weggestopt zou zijn, maar op een locatie die lef en ambitie uitstraalt. Een plek waar mensen met trots over konden vertellen dat ze daar actief waren. Een inspirerend project, midden in die bruisende stad.”

Hoe ben jij betrokken geraakt bij dit avontuur?

Daar zitten twee kanten aan, werk en privé. In 2013 zijn we het concept stadslandbouw gaan ontwikkelen, als een instrument om mensen met elkaar te verbinden, te inspireren en te versterken. In die tijd heb ik ook het concept voor de tuin bedacht. Het Werkt was toen nog een VOF. In 2015 stapte mijn compagnon eruit en heb ik er een stichting van gemaakt.

Het concept voor de tuin kwam voort uit ervaringen met een ander project in de Spoorzone. Van oorsprong zijn wij een organisatie die zowel zorg als re-integratie trajecten aanbiedt voor kwetsbare mensen die echt langs de kant staan. We zijn steeds verder de zorg ingerold; beschermd wonen, jong volwassenen, ambulante begeleiding. Bij de ontwikkeling van de Spoorzone werd ons gevraagd of wij bepaalde gebouwen konden servicen met onze cliënten uit zowel zorg, als uit de re-integratie trajecten. Wij zagen dat dat heel interessant was voor deze mensen, omdat ze buiten hun normale leefwereld kwamen en uit hun sociaal isolement konden stappen. Dat was heel inspirerend. Uiteindelijk stopte dat project en ontstond het idee voor een collectieve tuin.

People, planet, profit

Voor mijzelf kwam daar ook een andere kant bij. Na mijn studie ben ik met mijn vriendin naar Spanje gegaan waar we vier jaar zelfvoorzienend hebben geleefd in de Pyreneeën. Daardoor weet ik hoe gezond en helend het is om in een groene omgeving actief te zijn. Natuurlijke processen in jezelf hebben aandacht en tijd nodig, maar dat geldt voor de natuur precies hetzelfde. Als je niet lekker in je vel zit, is een afgesloten werk hal minder goed voor een gezond herstelproces dan een natuurlijke omgeving met groen, wisseling van de seizoenen en waar dingen soms goed en soms minder goed gaan. Die vrijheid, de onvoorspelbaarheid en creativiteit van de natuur, die wordt ook onuitgesproken aangewakkerd in jezelf als je in zo’n omgeving actief bent. Alle metaforen die je kunt bedenken voor een tuin gelden ook voor mensen om hen te versterken. Denk aan; plantjes hebben tijd nodig, om te ontkiemen hebben ze voedingsstoffen nodig en rust, warmte en aandacht, je moet je tuin onkruidvrij houden. Dat gegeven vond ik heel waardevol en daar wilde ik beslist iets mee doen. Het concept werd steeds duidelijker. De drie p’s; people, planet, profit, gaan bij een stadslandbouw project hand in hand.

Wij konden dat zelf natuurlijk niet allemaal financieren. Het Tilburg Akkoord was een van de eerste sponsoren in 2015. En we kregen een prachtig terrein van de Wever in bruikleen. Dat was het begin van de StadsTuinderij aan de Piushaven. We wisten wel dat we daar ook weer weg moesten en dus niet konden investeren voor de langere termijn. Daarom is het nooit zo mooi geworden als we hadden gewild en is het altijd een beetje low-budget gebleven.

De Tuin

Afgelopen zomer hadden we ongeveer 80 deelnemers, die wekelijks een dagdeel of meerdere dagdelen actief waren. Van die 80 kwamen er ongeveer 10 vanuit een traject (WMO/dagbesteding, betaald), de andere 70 waren gewone vrijwilligers. Grofweg gesteld was een derde hiervan redelijk stevig gevestigd in de maatschappij: gepensioneerden, mensen met een betaalde baan, of mensen die afgekeurd zijn voor de WIA en verder een prima leven hebben. Twee derde is toch ook wel kwetsbaar door armoede of eenzaamheid of sociale problematiek, maar zonder dat er een zorgindicatie gesteld is. Afgelopen jaar hadden we ook een groep internationale studenten die op deze manier wilden inburgeren.

Er zijn mensen die (tijdelijk) werkloos zijn en geen zin hebben om thuis op de bank te blijven zitten. Mensen die uit een burn-out komen, of uit een depressie. Het zijn mensen met hele verschillende achtergronden die op de tuin aan de slag gaan. De meeste deelnemers hebben aangegeven dat ze mee willen naar de nieuwe locatie, en vanuit de nieuwe wijken hebben zich ook al 20 mensen aangemeld, dus ik denk dat we gaan doorgroeien naar 100 actieve deelnemers komend jaar.

De deelnemers op de tuin zijn zowel vrijwilligers als mensen met een indicatie voor dagbesteding vanuit de WMO. Maar dat zijn er niet zo veel, anders krijg je een regulier dagbestedingsproject zoals Ut Rooie Bietje destijds. Dat wilden we persé niet. We wilden de dagbesteders, met soms forse psychische problematiek, juist een plek geven waar ze in die dwarsdoorsnede van de maatschappij functioneren. Anders blijven ze een beetje in hun eigen wereldje hangen.

Krijgen zij een vrijwilligersvergoeding?

Nee. Je doet mee naar vermogen en krijgt naar behoefte producten uit de tuin. Het is niet zo dat je zoveel kunt meenemen dat je de hele straat kunt voorzien, of dat je de hele week niet meer naar de winkel hoeft. Je neemt een hoeveelheid voor jezelf en je gezin mee voor die dag of die avond, naar alle redelijkheid. Het leuke is, zelfs als je in juli voor het eerst komt en nog niks hebt geplant kun je ’s avonds al iets meenemen. Een kropsla of wat tomaten, net wat er is die dag. De rest gaat naar het winkeltje en de horeca die afneemt.

Het is waardevol dat we op de tuin lokale, biologische groenten telen. Je kunt ze mee naar huis geven, maar je kunt het ook verkopen in een winkeltje, of aan de horeca. En omdat je ze verkoopt, en er dus waarde aan koppelt, zijn de mensen trotser op wat ze produceren. Het economische aspect versterkt dus ook het sociale. Ook voor de scholen blijkt de tuin erg interessant, basisscholen, buitenschoolse opvang tot aan voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, MBO en HBO. Die komen op de tuin om te leren en om stage te lopen bijvoorbeeld. Omdat die het zo leuk vinden, zijn onze vrijwilligers en dagbesteders ook trots op wat zij maken. Ze geven uitleg en rondleidingen. Die drie p’s versterken elkaar dus automatisch.

Zijn er voorwaarden om mee te doen, of regels?

Nee! We geven soms een voorkeur aan voor een bepaalde dag, dagdeel of een tijd, maar iedereen mag zelf bepalen wanneer, hoe vaak of hoelang hij komt. We hebben een vaste tuinder in dienst, dus de basisgesteldheid van de tuin wordt door de tuinder gewaarborgd.

De tuin is eigenlijk het buurthuis en je moet zorgen dat die er netjes bij ligt, anders vinden mensen het niet leuk om te komen. Vrijwilligers vinden het wel leuk om mee te helpen, bijvoorbeeld om een wandje te schilderen, maar ze willen niet de muur zetten want dan wordt het een verplichting. Dan wordt het een last in plaats van dat ze zich op een fijne, ongedwongen manier kunnen ontwikkelen.

Wat is jouw rol op de tuin?

In het begin heb ik de tuin praktisch mee ingericht, nu – en eigenlijk geldt dat ook voor de afgelopen jaren – ben ik grotendeels achter de schermen actief. Bijvoorbeeld samen met de gemeente bij het vinden van een nieuwe locatie, om de financiering rond te krijgen en de vergunningen. Dat is enorm veel werk geweest.

Waarom vind jij dit project zo belangrijk?

Ik geloof heel erg in natuurlijke groeiprocessen, dat je van tevoren niet alles kunt plannen en vastleggen. Ik houd van de onvoorspelbaarheid en de dynamiek die ontstaat door je positief in te zetten en dan te kijken wat het goed doet en wat het niet goed doet. Dat was voor ons destijds in de Pyreneeën ook zo. Je verrichtte veel werk, maar niet alles deed het even goed. Dat zal iedere boer kunnen bevestigen; de natuurlijke manier van groeien. Ik denk dat als je daar met genoeg vertrouwen en flexibiliteit mee omgaat dat je tot hele mooie resultaten kunt komen. Ik hoop dat de deelnemers en bezoekers op de tuin dát, bewust of onbewust ook ervaren. Onze maatschappij is zo georganiseerd rondom targets en efficiëntie. Ik geloof daar maar beperkt in en ik hoop (en denk) met dit project het vertrouwen in natuurlijke groei te kunnen versterken in ieder geval in Tilburg.

Ben jij in je hart nou een boer of een bestuurder?

Hoewel ik niet als boer ben opgegroeid, ben ik gewoon een dorpse jongen (lacht…). Ik kan enorm genieten van de natuur. Ik geloof echt dat onze Westerse maatschappij is doorgeschoten in al zijn kaders en procedures en dat we het onszelf daarmee behoorlijk moeilijk maken. Ik denk dat daardoor ook veel mensen afhaken. De schoonheid van de natuur met de groeiprocessen en daarop durven vertrouwen is iets wonderbaarlijks.

Ook het besturen van Het Werkt heb ik altijd met diezelfde open en flexibele houding gedaan en we hebben er een leuke club van gemaakt. Toen ik begon waren we met zijn vieren, nu zijn we met vijftig man. We hebben nooit de ambitie gehad om zo groot te worden en volgens mij komt dat door je ergens voor in te zetten vanuit die innerlijke overtuiging.

Welke invloed heeft corona gehad op de voortgang van de tuin?

We hebben wel maatregelen genomen, bijvoorbeeld dat er per dagdeel een maximale hoeveelheid mensen aanwezig konden zijn (8). Die moesten zich ook van tevoren opgeven. Maar we hebben nog nooit zoveel deelnemers gehad dan afgelopen jaar. Mensen gaan heel respectvol met elkaar om, heel zorgvuldig. Ze hebben veel behoefte om naar de tuin te komen om op een veilige manier toch sociale contacten te hebben. Alleen de doorverwijzing van de dagbesteders, mensen met trajectfinanciering, kwam grotendeels stil te liggen, omdat het bij andere organisaties en de gemeente ook stil kwam te liggen. Maar op de tuin, geen probleem! Je zet een paar stoelen neer met voldoende afstand en je kunt koffiedrinken. Je hoort ook van lokale winkeltjes en winkeltjes met streekproducten dat de vraag enorm is toegenomen. Ik denk dat wij met dit project goed aansluiten bij de tijdsgeest.

Dan krijg je misschien wel veel nieuwe aanmeldingen …

Dan begin ik gewoon nog een tuin!

Jullie krijgen subsidie voor 3 jaar en een extra bedrag voor ‘apparaat kosten’. Wat betekent dat?

We krijgen 3x 85.000 euro (jaarlijks) en 41.000 voor de extra kosten. Dat laatste bedrag was aanvankelijk veel meer, 80.000 euro. Dat bedrag was ons opgelegd voor de ambtenaarskosten om de bestemmingsplannen te wijzigen. Het had betrekking op de realisatie en doorontwikkeling van GroeiTuin013, als er straks in de tweede fase een paviljoen neergezet gaat worden, de Vlaamse Schuur, want dat is onze ambitie. Dat geld hebben we natuurlijk absoluut niet. Het kost al genoeg moeite om het geld bij elkaar te krijgen om het perceel zo in te richten dat het ook een mooie uitstraling naar de buurt en de hele stad heeft.

Ik kan het me heel goed voorstellen dat die kosten in rekening worden gebracht bij commerciële partijen, grondontwikkelaars en grote bedrijven, om daarmee hun organisatie draaiend houden. Maar het geld dat wij allemaal afdragen via de inkomstenbelasting komt via het rijk naar de gemeente om een mooie stad te organiseren. Als er dan een project komt dat een verrijking voor de stad is en de gemeente vindt dat zelf ook geweldig, dan is het toch te gek voor woorden als je daar eerst 80.000 euro aan ambtenaarskosten voor neer moet leggen. Dat is wel een gevecht geweest ja.

Ik heb vanaf het begin (april 2020) gezegd dat het project niet door zou gaan als we dat bedrag echt moesten betalen. We moesten weg uit de Piushaven en met het nieuwe perceel aan de slag, dus we stonden behoorlijk onder druk. Uiteindelijk hebben we pas 2 februari uitsluitsel van de gemeente gekregen. Het bedrag is verlaagd omdat we nu alleen kijken naar een tijdelijke fase. We richten het perceel in met tijdelijke units en nemen 3 jaar de tijd om de financiering van de Vlaamse Schuur rond te krijgen. Dan gaan we opnieuw rond de tafel.

De nieuwe locatie is aan de rand van de stad. Is dat een stap terug?

We zaten op een A+ locatie, maar het is natuurlijk niet realistisch om te denken dat je een tuin van 1 ha midden in de stad kunt realiseren. Het was heerlijk stads waar we zaten en heel waardevol voor de omgeving en de mensen die er wonen of voor bezoekers, maar het was ook een vreemde eend in de bijt. Op de nieuwe locatie, aan de rand van het Stadsbos zitten we in een natuurlijke omgeving met heel veel fietsverkeer. Voor natuureducatie en om bezoekers van het Stadsbos te faciliteren zitten we daar ontzettend goed, in het geografische hart van de stad. Aan de Piushaven hebben we onze naam gevestigd en onze functionaliteit bewezen en ik denk dat we op de nieuwe locatie een prima doorstart kunnen maken. Het kan alleen maar nog mooier en beter worden.

Was het een droom van jou om een project als dit te realiseren?

Geen concrete droom. Ik heb chemische technologie gestudeerd en was enorm links en milieu betrokken, dus duurzaamheid heeft altijd hoog bij mij in het vaandel gestaan. Op een verantwoordelijke manier omgaan met de wereld om ons heen en niet alleen maar aan efficiency denken, was uiteindelijk ook de reden waarom ik ben gestopt met scheikunde. Maar ook het sociale aspect vond ik belangrijk. Twee kanten in mijzelf die heel erg aanwezig zijn. Als ik dan iets hoorde over stadslandbouwprojecten dan vond ik dat heel interessant. Tot iemand me ooit een aanzetje gaf om er zelf iets mee te doen. Ik had geen flauw idee waar ik aan begon.  

Toen ik begon met de tuin was er een enorme overgangsperiode in de zorg met de decentralisaties en de invoering van de WMO en ik ben de afgelopen jaren heel erg bezig geweest om een goede zorgorganisatie neer te zetten. De tuin was intussen een tweede bedrijf aan het worden. Het is heel mooi dat ik die twee aspecten voor mezelf kon verbinden.

Het Werkt staat heel mooi en stevig met gedreven en vanuit waarde handelende medewerkers. De verantwoordelijkheid voor iemands leven bij de mensen zelf leggen, wel steunend en ondersteunend zijn en fouten maken mag, datzelfde geldt ook voor de tuin.

Wat heeft Tussenheid013 hierin voor jou betekend?

In het begin heeft Tussenheid013 meegedacht over hoe we het concept sterk neer konden zetten en om het netwerk in kaart te brengen. Later kwam het Tilburg Akkoord in beeld waarvan wij de eerste jaren subsidie hebben gekregen om te kunnen starten en vol te houden. Vorig jaar was het Tilburg Akkoord de reddende engel om de nieuwe locatie te ondersteunen. In coronatijden bleek het namelijk heel lastig om de financiering daarvoor rond te krijgen. Daarnaast heeft Tussenheid013 ook een bemiddelende rol gespeeld bij de nogal stroeve gesprekken met de gemeente over die 80.000/41.000 euro.

Burgemeester Theo Weterings in gesprek met Hein van den Hurk

De waarde van netwerken staat voor mij buiten kijf. Het is een van de kernthema’s van de StadsTuinderij. Het verbinden van mensen met verschillende achtergronden, het verbinden van de drie p’s, ik geloof heel sterk dat als je dat op een goede manier doet dat het tot groei en ontwikkeling leidt. Dat is ook de inzet van Tussenheid013, om verschillende domeinen met elkaar te verbinden en op die manier de stad te versterken.

Heeft het je ook dichter bij jouw doel gebracht?

Praktisch qua netwerk heeft het me niet zoveel opgeleverd, maar het heeft me zonder meer gesterkt in mijn geloof in het belang van verbinding. Als je dat nog eens bevestigd ziet bij een partij buiten jezelf, dan zit je op dezelfde golflengte. Daardoor krijg je nog meer vertrouwen in je overtuiging én dat je daarmee op de goede weg zit. Dat maakt je zonder meer sterker.

Daarnaast was het financiële aspect natuurlijk extreem belangrijk.

Is het nodig dat een externe partij bemiddelt bij het aanvragen van subsidie, in dit geval bij het Tilburg Akkoord?

Ik denk het wel. Je kent als organisatie niet iedereen. Dat ligt soms best gevoelig en je wordt in een zeker opzicht wel afhankelijk van bepaalde mensen. Je moet er van uit kunnen gaan dat zij integer zijn en goed zijn in wat ze doen. Als kleine initiatiefnemer kun je het natuurlijk allemaal zelf doen, maar het is wel belangrijk dat je de juiste taal spreekt en samen een bepaalde golflengte vindt. Het hoeft niet eens onwil of onbegrip te zijn als er een mismatch ontstaat. Bij de grotere (landelijke) fondsen is het helemaal anders, die krijgen zo veel aanvragen binnen. Daarvoor heb ik ook een adviesbureau ingehuurd (no cure, no pay).

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat je als project dénkt dat je geld nodig hebt en er al sparrend met bijvoorbeeld Tussenheid013 achter komt dat er ook andere oplossingen zijn; een samenwerkingsverband, of aansluiten bij een bestaand initiatief. Het zijn twee heel verschillende werelden, de initiatiefnemer die geld nodig heeft en de subsidieverstrekkers.

Er zijn heel veel projecten en initiatieven in Tilburg en een organisatie als Tussenheid013 kan ze helpen met een koers te bepalen en verbindingen te leggen. Het is fijn dat zo’n partij er is, want wie heeft er tijd en geld om dat te doen? De fondsenverstrekkers zijn daar in eerste instantie zelf helemaal niet mee bezig, dus het is echt een zinvolle taak.

Wat heb jij op dit moment nodig om van GroeiTuin013 een succes te maken?

De inkomsten die we nu hebben uit WMO dagbestedingstrajecten, verkoop van groente en de subsidie voor vrijwilligerscoördinatie, zijn precies genoeg om de tuinder te betalen, de plantjes te kopen, bemesting en kosten voor administratie en organisatie. Er blijft niets over om ook nog eens een gebouw bij elkaar te verdienen van een half miljoen, want dat gaat het ongeveer kosten. We moeten dus op zoek naar (landelijke en lokale) fondsen, crowdfunding en andere manieren om gezamenlijk dat gebouw te realiseren. In dat gebouw willen we straks groepen gaan ontvangen, bezoekers kunnen faciliteren, lessen geven en vooral werktoeleidingtrajecten vormgeven.

Wij gaan nu aan de slag met de inrichting van het perceel en gaan er voor zorgen dat het mooi wordt. Voor het tuinwerk werken we samen met Brouwers Groenaannemers. Wij kunnen op onze beurt ook mensen aan hen voorstellen die het heel leuk vinden om in ‘het groen’ te werken. Brouwers Groenaannemers heeft gezegd dat ze altijd openstaan voor een leuke, nieuwe collega of een werkervaringsplek. Zo zou ik het ook graag willen voor het horeca- en winkelgedeelte.

Wat we dus concreet nodig hebben zijn ondernemers die in de breedste zin willen participeren bij de realisatie van dat gebouw, zodat we samen met ondernemers een netwerk bouwen rondom GroeiTuin 013.

Interview en tekst door Donata van de Ven