‘Er zijn steeds meer bevlogen mensen die hun hulp aan de samenleving willen gieten in een burgerinitiatief of een sociale onderneming. Liefst klein en overzichtelijk. Een prachtige ontwikkeling,’ vindt Johan van Gurp, directeur van het Instituut voor Maatschappelijk Werk (IMW). ‘Deze initiatieven leveren vaak een wezenlijke bijdrage aan het voorkomen of verzachten van maatschappelijke problematiek, ze vullen de gaten die grote spelers in het sociaal domein niet altijd kunnen vullen. Tussenheid013 helpt deze gedreven hemelbestormers aantoonbaar goed op weg.’
Rolodex vol hulplijnen
‘Ik ken de organisatie via de Maatschappelijke Ontwikkelings Maatschappij waar we als IMW aan bijdragen. MOM is een van de partners van Tussenheid013, we werken al jaren intensief samen. Ik zie dat Gijs Bax en zijn mensen de afgelopen jaren een wendbare manier van werken hebben ontwikkeld om initiatieven steviger te maken.’ En dat is volgens Johan geen sine cure. ‘Een grote bevlogenheid voor je doelgroep en een flinke dosis doorzettingsvermogen geven zo’n avontuur weliswaar een goede start. ‘Maar het robuust maken van zo’n onderneming wordt namelijk vaak onderschat,’ zegt Johan. ‘Het valt niet mee je weg te vinden in het doolhof dat officiële instanties zoals de gemeente soms tegen wil en dank zijn. Vroeg of laat kom je daar als startend initiatief mee in aanraking.’
Het werkzame bestanddeel van Tussenheid013 zit hem volgens Johan in een paar dingen. ‘Ze weten de weg binnen die instanties, hebben zelf veel vlieguren gemaakt in die wereld en kennen de cultuur. Maar ze hebben ook een jaloersmakende digitale Rolodex met hulplijnen naar andere werelden. Naar welwillende ondernemers, experts en bestuurders in deze regio. Het blijft niet bij bellen, ze organiseren ook ontmoetingen tussen die werelden. Bijvoorbeeld via hun Tussenheidcafé’s.’ De omvang van Tussenheid013 is volgens Johan een andere succesfactor. ‘Ze zijn klein en slagvaardig, dat geeft hen een bepaalde charme . Als zij aan tafel zitten, spelen er gewoon minder belangen dan bij grote welzijnsorganisaties.’
Scherp zicht
In de ideale wereld zouden grote welzijns- en zorgorganisaties zoals IMW, GGZ, en ContourdeTwern ook hulp moeten kunnen bieden aan die starters,’ vindt Johan. ‘Praktijk is dat het niet zo is, niet zo werkt. Wij zijn toch meer gericht op probleemoplossen, op het individu. Daarvoor worden we ook betaald, en natuurlijk is ons werk zeker belangrijk.’ Wel beschouwt hij goede samenwerking tussen grote en kleine spelers noodzakelijk. ‘Samen optrekken is alleen maar urgenter geworden. Dat heeft te maken met de tegengestelde bewegingen die de overheid maakt. Enerzijds is er groeiend vertrouwen in het werkveld, tegelijkertijd blijft er een hardnekkige neiging tot bemoeien en controleren. Als grote en kleine partijen in het sociaal domein elkaars kracht behendig benutten dan kunnen we dat gegeven vertrouwen versterken. Want zoiets komt te voet en gaat te paard. Tussenheid013 ziet dat scherp. Het is een doortastend team dat soepel over de voegen van het systeem laveert.’
Interview en tekst door Berny van de Donk